background

Een gebied 

Als we gebieden omschrijven, doen we dat vaak vanuit landschappelijke karakteristieken, vanuit de gemeenschap die er leeft of vanuit bestuurlijke of beleidsmatige kaders. Maar die omschrijvingen staan niet op zichzelf.

Zo hebben gebieden unieke kwaliteiten en kwetsbaarheden. Met een geschiedenis en eigen identiteit. En met gemeenschappen die ook dromen hebben over de toekomst van dat gebied. En die ook opvattingen hebben over wat wel en niet passend is in hun omgeving.

Tegelijkertijd staan gebieden niet op zichzelf. Ze grenzen aan een ander gebied en zijn onderdeel van een groter gebied. Samen vormen zij Nederland, met nationale doelen en beleidsopgaven die gevraagd en ongevraagd neerdwarrelen op gebieden. Elk gebied moet zich vanuit zijn eigenheid tot al die overkoepelende dromen, doelen en opgaven verhouden.

Bioregio’s

Er is niet één goede definitie van een gebied. Een gerelateerd begrip aan ‘gebied’, dat aansluit bij de Nieuwe Kompas principes voor gebiedsinnovatie is het begrip ‘bioregio’, of ‘ecoregio’. De definitie van een ‘bioregio’ of ‘ecoregio’ is ‘een relatief groot gebied van land of water dat in geografisch en ecologisch opzicht min of meer homogeen is. De biodiversiteit van flora, fauna en ecosystemen die een ecoregio karakteriseren neigen af te wijken van die van andere ecoregio’s.’ (bron: Wikipedia).

Ruimtelijk ingrijpen

Het realiseren van gebiedsgerichte oplossingen is niet makkelijk. Ruimtelijk ingrijpen. Dat is wat er met gebiedsprocessen gebeurt. En ingrijpen heeft impact. Maakt veel los. Ruimtelijk ingrijpen biedt ruimte aan nieuwe kansen. Maar betekent ook loslaten van wat was. Het kan bijdragen aan de sociale samenhang. Of deze splijten. Gebiedsprocessen zijn intrigerend, veelzijdig en verdienen een zorgvuldige benadering.

Veel initiatieven ontstaan binnen gemeenschappen die een sterke band hebben met hun gebied. Maar evenveel processen ontstaan door een van bovenaf opgelegde doelstelling. In beide gevallen is het belangrijk om het gebiedsproces te starten met een diep besef van de identiteit van het landschap en de gemeenschap die er leeft.

Inzoomen op de specifieke kwaliteiten van het landschap in relatie tot de manier van leven van de gemeenschap. Zoals de plek in letterlijke, fysieke zin. Maar ook de geest van de plek en het (sociale) weefsel van het gebied, de gezamenlijke liefde voor een plek, de waarden die de gemeenschap wil behouden. En niet te vergeten; het krachtenveld binnen die gemeenschap.
Door dit verhaal samen met een representatieve, diversiteit van mensen uit het gebied te onderzoeken, werk je tegelijkertijd aan landschap en gemeenschap. Dit maakt de kans groter dat er een zelforganiserende kracht ontstaat in het gebied, waardoor betere oplossingen ontstaan, waarvoor meer eigenaarschap ervaren wordt. Als het lukt werkt het enorm inspirerend. De 5 principes van Het Nieuwe Kompas helpen hierbij.

“Pas als de verbinding met een gebied daadwerkelijk wordt gemaakt, is er sprake van gebiedsinnovatie. Zonder deze verbinding ben je gewoon een opdracht die je hebt aan het afwerken”, Dieter van den Broeck, Commonland.

Gebiedsinnovatie

De term gebiedsinnovatie is bedacht door Martine Verweij, programmamanager Maatschappelijk Verantwoord Innoveren bij de Topsector Energie. Met deze term vraagt zij aandacht voor de complexe innovatievragen en oplossingen die in specifieke gebieden ontstaan. “Een energietransitie geworteld in gebieden krijgt een andere logica dan een energietransitie die sectoraal benaderd wordt”, aldus Martine Verweij.

Gebiedsinnovatie draait om noodzakelijke vernieuwing en ontwikkeling in gebieden, stevig geworteld in het landschap en de gemeenschap. Het vraagt ook om institutionele vernieuwing op alle schaalniveaus.

Gebiedsinnovatie heeft twee kanten:
1.    Inhoudelijk: de opgaven die we samen moeten aanpakken.
2.    Procesmatig: de zoektocht waarbij verschillende perspectieven en ideeën samenkomen. Het stimuleert het zelforganiserend vermogen van een gebied en behoudt tegelijkertijd verbinding met andere gebieden en schaalniveaus. Inspiratie uit andere gebieden en aanpassingen op grotere schaal zijn vaak nodig.

Het proces van gebiedsinnovatie heeft ook een innerlijke dimensie, zowel individueel als collectief. Het vraagt om een open en nieuwsgierige houding. Door te werken in de ‘tussenruimte’ kunnen individuele belangen en kortetermijndoelen tijdelijk opzij worden gezet. Dit biedt ruimte voor betere oplossingen met breder draagvlak en meer eigenaarschap.

Gebiedsgedreven of gebiedsgericht?

Binnen Het Nieuwe Kompas spreken we van gebiedsgedreven innovatie als de ontwikkeling van gebieden vanuit die gebieden zelf, de gemeenschappen, het landschap, de geschiedenis en de mogelijke toekomst benaderd wordt.
Vormt een nationale opgave het startpunt van een gebiedsproces dan spreken we van gebiedsgericht werken. Je kunt het onderscheid vergelijken met een ‘bottom up’ of ‘top down’ benadering.

Beide processen vinden continu en tegelijkertijd plaats.

De geest van de plek

Het Latijnse begrip genius loci betekent letterlijk ´de geest van een plek´.  Het is een begrip uit de klassieke (Romeinse) cultuur die destijds gebruikt werd om de beschermende geest van een plaats te benoemen. Tegenwoordig wordt dit begrip gebruikt om de sfeer en de eigenheid van een gebied te omschrijven. Genius loci is de ongrijpbare kwaliteit van een materiële plaats, zowel fysiek als spiritueel.

Deze geest werkt door in het `verhaal van de plek`, wat het resultaat of de optelsom is van alles wat op de locatie door de eeuwen heen aan ontwikkelingen en ingrepen heeft plaatsgevonden. 

background