Het Nieuwe Kompas is een organisch bewegende groep van vernieuwers op het gebied van gebiedsinnovatie. Nieuwsgierig onderzoekend, experimenterend, organiserend en creërend zien we dat gebieden ons de weg kunnen wijzen in het navigeren naar een bloeiende toekomst. Uit verschillende bijeenkomsten en onderzoeken die vanuit het Nieuwe Kompas hebben plaatsgevonden zijn 5 ontwikkelprincipes voor succesvolle gebiedsinnovatie gedestilleerd. Deze principes zijn onze wegwijzer naar die toekomst.
• Ecologische regeneratie is de basis: bodem en water gedreven
• Ontmoet elkaar in de tussenruimte
• Laat de individuele en collectieve onderstroom meedoen
• Kijk waar middelen meerdere doelen kunnen dienen
• Voedt vanuit gebieden de institutionele vernieuwing die nodig is
Alles begint bij de bodem en het water. Gebieden worden droger, verzilten, kampen met hittestress of juist wateroverlast. Daarom is bescherming en behoud van ecologische waarden niet langer voldoende. Ecologische regeneratie is de nieuwe norm. Regeneratie is het vermogen van een ecosysteem om volledig te herstellen van opgelopen schade. Actieve verbetering van biodiversiteit en CO2-waarden vormen de basis van gebiedsinnovatie. Pas dan is een gebiedsproces echt goed voor een gebied zelf. Voor de grond, het water, de lucht in het gebied. En daarmee zorgen we ook goed voor onszelf; de mens. Alle andere transities hebben hier rekening mee te houden.
In Nederland zijn we kampioen in het organiseren van werk volgens vaste structuren en formele, besluitvormingsprocedures. Maar iedereen weet dat de meest interessante ideeën worden uitgewisseld tijdens de gesprekjes bij de koffiezetautomaat. Zo werkt het ook in de samenwerking tussen organisaties of groepen mensen. In de tussenruimte komen elementen naar boven die de formele vergadertafel niet halen.
Het is de plek waar wederzijds begrip en onderling vertrouwen ontstaat; waar relaties worden gebouwd. Het is ook de plek waarin gemeenschappelijke pijn en verlangens ontdekt worden en toekomstbeelden kunnen ontstaan. Er zit ontzettend veel potentie in de tussenruimte. Deze potentie krijgt waarde als er een verbinding wordt gelegd met de formele ruimte waarin bestuurlijke besluiten worden genomen.
Wie geen oog heeft voor de onderstroom, zal ervaren dat processen en ontwikkelingen op onverklaarbare wijze vastlopen. Want als de onderstroom er niet mag zijn, kan het een kracht van weerstand en verzet worden. Als de persoonlijke én collectieve onderstroom mee mag doen zie je vaak opluchting ontstaan.
In de onderstroom zit essentiële informatie die we nodig hebben om samen vooruit te komen. Aandacht voor deze minder grijpbare dimensie maakt voelbaar wat uitgesloten is geweest in het verleden, maar graag in beeld gebracht wil worden. Waar de hoop en het perspectief voor de toekomst schuilen.
Wat de onderstroom is, is moeilijk in woorden te vatten, omdat het gaat over dat wat er wel is, maar vaak niet hardop gezegd wordt. Aandacht voor de onderstroom betekent stil staan bij waar het schuurt, waar je schroom voelt, of waar je afhaakt. Werken met de onderstroom is werken op de grens van ongemak. Van op je gevoel vertrouwen én dat inbrengen. Contact maken met de onderstroom start daarom met contact maken met jezelf. Wat voel jij in je lijf?
Meer voeling krijgen met het begrip onderstroom? Bekijk dan het onderzoek van gebiedsantropoloog Ester Heiman en visueel antropoloog Maria Kolossa.
Een bijna automatisch effect van het uitnodigen van uiteenlopende mensen, groepen of organisaties om met elkaar in gesprek te gaan, is dat we anders gaan kijken en denken. Dat is ook nodig. Want wie werkt in gebieden, met gebieden en tussen gebieden weet dat oplossingen alleen werken als ze een antwoord bieden op meerdere uitdagingen tegelijk. Of in vaktaal: als ze integraal of meervoudig zijn.
Geen rechttoe rechtaan zonneparken meer, maar zonneparken die door hun opzet ook de bodem herstellen en ruimte bieden voor recreatie. Geen rechttoe rechtaan woningrenovatie, maar klimaatadaptief en natuurinclusief renoveren, om zo extra waterberging te realiseren, biodiversiteit te herstellen en bij te dragen aan de mentale en fysieke gezondheid van mens en leefomgeving.
Gebiedsinnovatie gaat om verbreding van perspectieven, op zoek naar nieuwe combinaties en naar meerwaarde door verschillende doelen en middelen te integreren. Middelen meerdere doelen laten dienen is de kunst van het combineren op een manier dat één plus één drie wordt.
We vragen onszelf om anders en met een bredere blik te kijken. En aan organisaties om over de eigen belangen heen te stappen om met elkaar (meerdere) doelen te bereiken. Dan is het logisch dat sommige structuren, protocollen, regels of wetgeving, zoals we deze nu kennen, in de weg gaan zitten.
Als het bijvoorbeeld gaat om financiering van grote ontwikkelingen in gebieden, dan investeren verschillende geldschieters (publiek, privaat, filantropie, crowdfunding, etc.) maar zelden echt samen. Dat ze vanaf het begin samen aan tafel zitten en bereid zijn elkaar te vertrouwen, een gezamenlijk plan maken. Als dit meer zou gebeuren of zelfs normaal zou worden, dan kan zo’n ‘gemengde financiering’ (blended finance) immense impact creëren. Blended finance is vanuit het perspectief van gebieden heel logisch. En soms staan actoren er ook voor open. Maar juridisch en beleidsmatig zijn er nog allerlei obstakels.
Om gebiedsinnovatie mogelijk te maken zijn dus veranderingen nodig over wat we wettelijk toestaan of verbieden, hoe we regels opstellen en handhaven, of hoe we met waarde en geld omgaan. Dit gaat zowel om het aanpassen van wetten, regels en beleid (de harde, juridische kant), als om het creëren van een andere cultuur en een andere logica aan de vergadertafels waar de besluiten worden genomen (de zachte kant).